In coronatijden en gelet de stijgende energie- en gasprijzen was het voor werkgevers een aantrekkelijke alternatieve verloningstechniek om een terugbetaling van deze kosten in het cafetariaplan of loonpakket op te nemen. Echter, heeft de wetgever nu beslist deze forfaitaire waardering in te perken.
Vanaf 1 januari 2022 zal het enkel mogelijk zijn deze VAA-forfait toe te passen als tegelijk ook een onroerend goed ter beschikking wordt gesteld. Als dit niet het geval is, kan er geen gebruik meer gemaakt worden van deze forfaitaire VAA-raming en moet er teruggevallen worden op de algemene regel. Daarin geldt dat voordelen van alle aard in hoofde van de verkrijger belastbaar zijn op hun werkelijke waarde.
Deze regel heeft ook een impact op eenmanszaken of zelfstandigen waarbij de bedrijfsleider (enige werknemer) bv. de kosten voor verwarming en elekriciteit laat dragen door zijn of haar vennootschap, terwijl de woning in privébezit is.
Wat men concreet bedoelt met ‘het ter beschikking stellen’ van een onroerend goed blijft ruim te interpreteren.
Voor bedrijfsleiders is dit vastgelegd op €2130 per jaar voor verwarming en €1060 voor elektriciteit. Voor alle andere medewerkers bedraagt dit per jaar €480 voor elektriciteit en €960 voor verwarming.
De beslissing kadert binnen een pakket fiscale wijzigingen die de personenbelasting hervormen. Hierbij zou er gestreeft worden naar de vereenvoudiging en ook geleidelijke afbouw van alternatieve verloningsvormen.
Nood aan advies omtrent de optimalisatie van de loonpakketten van uw medewerkers? Dendooven Consulting maakt u alvast graag wegwijs in de fiscale regelgeving. Neem contact op met ons via ilse@dendoovenconsulting.be, via het contactformulier of op het nummer+32 473 29 96 96.
Nieuwe referentierentevoeten voor goedkope leningen